In het verleden was autorijden voornamelijk een mechanische ervaring. Wanneer we aan auto’s dachten, beeldden we ons de ronkende motoren, glimmende carrosserieën en het gevoel van het asfalt onder de banden in. Maar de afgelopen decennia heeft een onzichtbare revolutie plaatsgevonden onder de motorkap en in het dashboard: de opkomst van software in auto’s.
In moderne auto’s wordt software gebruikt om een breed scala aan functies te besturen, van het brandstofinjectiesysteem tot de airconditioning. Deze systemen, bekend als ’embedded software’, zijn geïntegreerd in de elektronica van het voertuig en spelen een cruciale rol in de algemene prestaties en efficiëntie van de auto.
De meest zichtbare software voor de gemiddelde bestuurder is waarschijnlijk het infotainmentsysteem. Deze systemen bieden een scala aan functies, waaronder:
Software speelt ook een sleutelrol in moderne veiligheidssystemen:
Moderne auto’s kunnen zichzelf ook ‘diagnosticeren’. On-board diagnose-systemen (OBD) monitoren de prestaties van het voertuig en waarschuwen de bestuurder voor mogelijke problemen, waardoor het onderhoud eenvoudiger en efficiënter wordt.
Een van de meest spannende ontwikkelingen in de autowereld is het concept van zelfrijdende auto’s. Deze voertuigen vertrouwen zwaar op software, die gegevens verwerkt van een reeks sensoren (zoals camera’s, radar en lidar) om veilige navigatie en bediening mogelijk te maken zonder menselijke tussenkomst.
Met de groei van software in auto’s komen ook nieuwe uitdagingen:
Software heeft de manier waarop we naar auto’s kijken getransformeerd. Terwijl we ons blijven verwonderen over het ontwerp en de mechanica van voertuigen, is het duidelijk dat de toekomst van autorijden evenveel te maken heeft met code als met paardenkracht.